-
1 hardheid
1 hardness ⇒ 〈 taaiheid, ruwheid ook〉 toughness 〈 ook figuurlijk〉, 〈 wreedheid, hardvochtigheid, scherpheid〉 harshness, 〈 soliditeit, dichtheid〉 solidity 〈 ook figuurlijk〉♦voorbeelden:1 de hardheid van metalen/water • the hardness of metals/waterde hardheid van het politieoptreden • the severity/brutality of the police actions -
2 stroefheid
♦voorbeelden: -
3 stroefheid
1 [ruwheid] roughness, unevenness2 [het hortend lopen; ook figuurlijk] stiffness ⇒ awkwardness, roughness, 〈 het bijna vast zitten〉 tightness3 [met betrekking tot omgang] stiffness ⇒ staidness, 〈 onbeholpenheid〉 awkwardness, 〈 stugheid〉 sternness, 〈 gereserveerdheid〉 remoteness, 〈 gereserveerdheid〉 reserve, 〈terughoudendheid; informeel〉 stand-offishness
Перевод: с нидерландского на все языки
со всех языков на нидерландский- Со всех языков на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Французский